Belcampo I

 

De fantastische schrijver Belcampo

In de Nederlandse literatuur is de schrijver Belcampo, (pseudoniem van Herman Schönfeld Wichers, 1902-1990) nog altijd volstrekt uniek. De meeste Nederlandse schrijvers beperken zich tot realistische verhalen en romans, het werk van Belcampo wordt vaak fantastisch en soms surrealistisch genoemd. Hij bereikt dit effect door soms maar één element in de werkelijkheid te veranderen en daarop consequent door te fantaseren. Wat gebeurt er als je jezelf in de trein tegenkomt? Hoe zou de Dag des Oordeels er uit zien in het gereformeerde plaatsje Rijssen en welke rol zou de schrijver daar zelf in kunnen spelen? Wat gebeurt er als de dingen in opstand komen tegen het misbruik dat de mensen van de aarde maken? Vaak krijgen zijn verhalen hierdoor bijna profetische dimensies. Zijn verhaal De Surprise uit 1968 over een zelfmoordfirma is nog steeds zo controversieel, dat Amerikaanse producers er tot op heden voor terugdeinsden om een film over dit onderwerp te financieren. Gelukkig wordt de film nu toch in Europa gemaakt en is actueler dan ooit.

Jeugd

Belcampo werd op 21 juli 1902 als Herman Pieter Schönfeld Wichers in Naarden geboren en hij groeide op in het strenggelovige stadje Rijssen, tussen Deventer en Enschede, waar zijn vader notaris was. Hij trok al jong uit Rijssen weg en studeerde Rechten in Leiden en Amsterdam, waar hij onder meer woonde op de Overtoom in Oud West. Als student begon hij voor P.C. korte, absurde, verhalen te schrijven, die hij in 1934 in eigen beheer uitgaf. Toen hij eenmaal was afgestudeerd, en als meester in de Rechten drie maanden op een advocatenkantoor had gezeten, begreep hij dat dit niet het doel van zijn leven kon zijn. Hij begon, tot verdriet van zijn ouders, te zwerven door Zuid-Europa, waarbij hij zich in het levensonderhoud voorzag door portretten te tekenen in ruil voor een maaltijd of een slaapplaats in het hooi. Bij terugkomst schreef hij over die reis ‘De zwerftocht van Belcampo’ (1938).

Hoewel dit zijn literaire doorbraak betekende, wilde Belcampo geen broodschrijver worden. Om voor zijn plezier te kunnen blijven schrijven, begon hij in 1937 een studie medicijnen.

Beroepsleven

Herman Schönfeld Wichers trouwde in 1939 en kreeg drie kinderen die hij een rol liet spelen in het verhaal ‘De Dingen de baas’. Nadat hij in 1949 zijn studie afrondde, werd hij huisarts en nam een praktijk in het dorpse Bathmen, bij Deventer. In 1953 verhuisde hij met zijn gezin naar Groningen, waar hij studentenarts werd en zijn verdere leven is blijven wonen.

Ondertussen bleef hij schrijven. Verschillende bundels van zijn hand werden gepubliceerd (een volledig overzicht vindt u onder ‘Bibliografie’). Er is slechts één volledige roman door hem geschreven, ‘De drie liefdes van tante Bertha’. Het liefst schreef hij korte verhalen, in een schrijfproces dat hij zelf omschreef als: “Dan krijg je een goed idee, en dan ga je dat lekker uitwerken.”

Zijn verregaande fantasie bracht hem soms in de problemen. Zo verscheen in 1946 in de bundel ‘Nieuwe verhalen’ de novelle ‘Het grote gebeuren’. Dit verhaal bestond uit een nauwkeurige beschrijving van de Dag des Oordeels, en speelt zich af in zijn geboortedorp Rijssen. Dit verhaal was zeer controversieel, omdat hij daarin precies beschreef welke Rijssenaren door engelen naar de hemel worden geleid en welke door duivels in de hel worden gesmeten. Onder invloed van zijn vader fingeerde Belcampo de namen in de drukproeven.

Het verhaal is voor VPRO-televisie op magisch-realistische wijze verfilmd door Jaap Drupsteen. De uitzending op Oudejaarsavond 1975 was een groot succes.

In Rijssen heeft men het er nog altijd moeilijk mee, zodat tot op de dag van vandaag naar Rijssens misschien wel beroemdste inwoner geen straat, plein of park is vernoemd. Een geboetseerde kop van Belcampo, vervaardigd in opdracht van de plaatselijke komiek, Harm oet Riessn, kon pas na veel moeite in de Openbare Bibliotheek komen en is intussen stuk en al vele maanden ‘in reparatie’. In Amsterdam, Bathmen en Groningen zijn er gelukkig wel straten en cafés die zijn naam mogen dragen.

Nalatenschap

Belcampo hield een adressenboekje bij op plaatsnaam, zodat hij altijd wist waar hij kon overnachten op zijn omzwervingen, want vanuit Groningen is hij zijn verder leven en tot op hoge leeftijd blijven zwerven. Onder ‘Archief’ is een beschrijving door de kleinzoon van Belcampo over hun zwerftocht door Luxemburg te vinden, en een beschrijving van zijn laatste zwerftocht, geschreven door Max Arian.

Op 2 januari 1990 overleed Schönfeld Wichers. Hij werd, nadat zijn stoffelijk overschot op een platte boerenkar werd vervoerd, naast zijn vader begraven op de oude algemene begraafplaats in Rijssen.

In 1996 verscheen een uitgebreide keuze uit zijn werk in één band: ’De wondere wereld van Belcampo’ bij uitgeverij Querido. ‘Bevroren Vuurwerk’ is een kleine verzameling met zijn beste werk.

Zijn verhalen leven nog steeds. Zo opende op 4 april 2014 het prachtige leescafé ‘Belcampo’ zijn deuren in ‘De Hallen’ in Amsterdam. Verder gaat in het voorjaar van 2015 de grote speelfilm naar ´De Surprise´in première, geregisseerd door Oscarwinnaar Mike van Diem.

Eerbewijzen

  • Pogingen hem in Rijssen te eren met een standbeeld of straatnaam stuitten bij het gemeentebestuur op verzet. In het dagblad Tubantia liet wethouder W. Markvoort aantekenen: “Schönfeld Wichers heeft hier in zijn jeugd inderdaad gewoond en zijn boek ‘Het Grote Gebeuren’ speelt zich ook in onze stad af, maar verder staat hij als schrijver toch vrij ver van ons, als gemeente, af”. In het najaar van 2007 was een borstbeeld van Schönfeld Wichers voor de duur van een kleine tentoonstelling over zijn schrijverschap te zien in de Openbare bibliotheek van Rijssen.
  • Vervoerbedrijf Arriva, dat zijn treinstellen van de Noordelijke Nevenlijnen genoemd heeft naar bekende personen die in Noord-Nederland gewoond en gewerkt hebben, heeft Spurt-treinstel 10351 vanaf 2014 de naam Belcampo gegeven.
  • In Bathmen, waar Schönfeld Wichers van 1949 tot 1953 huisarts was, is het pad van zijn voormalige woning naar de dorpskerk naar hem vernoemd. Ook staat hoog op een stevige zijtak van een kloeke kastanjeboom een bronzen beeldje van de schrijver, die graag van tijd tot tijd een poosje in zo’n boom vertoefde.
  • Het Nederlands Letterkundig Museum in Den Haag bewaart de kampeerbroek die Belcampo op zijn reizen droeg.
  • 1956 – Marianne Philips-prijs voor zijn gehele oeuvre
  • 1959 – Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 voor zijn prozawerk
  • 1960 – Hendrik de Vriesprijs voor zijn gehele oeuvre
  • 1983 – Tollens-prijs voor zijn gehele oeuvre